Kankerpatiënten met slaapproblemen zijn gebaat bij een behandeling met melatonine (’s avonds) in combinatie met lichttherapie in de ochtend. Dit blijkt uit een actuele dubbelblindstudie in de VS.
Meer dan de helft van de mensen met kanker kampt met een verstoorde slaap, soms zelfs ernstig. Dit kan te maken hebben met een nachtelijk tekort aan melatonine. Onvoldoende slaap draagt betekent dat je overdag minder goed functioneert en kan ervoor zorgen dat andere klachten, zoals pijn, vermoeidheid en een depressieve stemming verergeren. Al meer dan tien jaar is bekend dat mensen met kanker ’s nachts minder melatonine aanmaken. Onderzoek naar de effectiviteit van melatonine bij slaapproblemen ligt dan ook voor de hand. Uit een zeer recent gehouden dubbelblindonderzoek blijkt dat melatonine effectief is bij het verbeteren van de slaapkwaliteit. Lichttherapie (’s morgens een halfuur voor een speciale daglichtlamp zitten) vergroot dit effect.
In de dubbelblindstudie werd een hoge dosis melatonine gebruikt (20 mg). Deze dosis is naar onze maatstaven véél te hoog. Voor het bereiken van een ‘normale’ nachtelijke melatoninespiegel in het bloed is een dosis tussen 1 en 3 mg ruim voldoende. Een te hoge dosis kan leiden tot opstapeling van melatonine in het lichaam en veroorzaakt vaak slaapproblemen doordat melatonine onwerkzaam wordt.
Melatonine wordt in de lever afgebroken door CYP1A2. Bij sommige mensen werkt dit enzym niet snel genoeg en is het minder actief (‘poor CYP1A2-metaboliser’). De oorzaak hiervan is niet een leverziekte, maar een verder onschuldige chromosoomverandering (mutatie van het gen CYP1A2), dat bij ongeveer 8 procent van alle mensen aanwezig is. Bij een te trage afbraak van melatonine kan een dosis van 1 mg al tot opstapeling van melatonine leiden. Kenmerkend voor melatoninestapeling is dat melatonine in het begin van de behandeling erg goed helpt, maar dat het effect langzaam afneemt. Dit leidt ertoe dat je ’s nachts vaker wakker wordt. Aanvankelijk blijft het inslaapeffect wel behouden. Een dosisverhoging is maar kort effectief; ophogen van de dosis verergert de melatoninestapeling alleen maar.
Melatonine is zonder recept verkrijgbaar. Helaas zit er dan geen gebruiksaanwijzing bij. Dit schijnt wettelijk verboden te zijn. Daarom hebben wij een uitgebreide bijsluiter gemaakt die je hier kunt downloaden. Daarin staat ondermeer dat bij volwassenen een dosis van 3 mg voldoende is. Melatonine kan het beste 30-45 minuten voor het gewenste tijdstip van inslapen worden ingenomen. Het inslaapeffect is sterker wanneer je het tablet fijnkauwt en enkele minuten in de mond houdt voordat je het inslikt. Je kunt in dit geval het beste binnen een kwartier na inname in bed stappen, omdat melatonine op deze manier sneller leidt tot slaperigheid.
Bronnen:
Yennurajalingam S, Carmack C, Balachandran D, Eng C, Lim B, et al. Sleep disturbance in patients with cancer: a feasibility study of multimodal therapy. BMJ Support Palliat Care. 2020 Jan 10. pii: bmjspcare-2019-001877. doi: 10.1136/bmjspcare-2019-001877. [Epub ahead of print]
Talib WH. Melatonin and Cancer Hallmarks. Molecules. 2018 Feb 26;23(3). pii: E518. doi: 10.3390/molecules23030518.
Li Y, Li S, Zhou Y, Meng X, Zhang JJ, Xu DP, Li HB. Melatonin for the prevention and treatment of cancer. Oncotarget. 2017 Jun 13;8(24):39896-39921. doi: 10.18632/oncotarget.16379.
Onlangs las ik een artikel waarin werd beweerd dat je tijdens chemotherapie juist géén supplementen moet gebruiken. Uit een Amerikaans onderzoek zou blijken dat je dan juist minder effect van de chemo hebt. Hier staat de link naar dat artikel: https://www.reuters.com/article/us-health-chemo-supplements-idUSKBN1YR20O
Beste Francis,
Heel attent dat je mij hierop attendeert. Ik heb het artikel gelezen en ben verbaasd dat zoveel supplementen een negatief effect kunnen hebben op borstkanker(behandeling). Wat schetst mijn verbazing; melatonine is ook meegenomen in dit onderzoek. En als enige geeft melatonine juist wel een gunstig effect. Merkwaardig dat dit in het artikel op Internet (Reuters.com) niet werd vermeld!!! Hier een link naar het onderzoek: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/31855498