Melatonine verlicht parkinsonklachten

Uit een recente meta-analyse van dubbelblind onderzoeken bij mensen met de ziekte van Parkinson blijkt dat melatonine een gunstig effect heeft op de klachten. Ook zijn er steeds meer aanwijzingen dat melatonine een rol speelt bij de bescherming tegen het ontstaan van parkinson.

Een dubbelblind onderzoek met melatonine in 2022 (Li en coll.) toonde al een gunstig effect van een behandeling met melatonine aan. Bij dit onderzoek werd voor het meten van de ernst van de klachten gebruikgemaakt van de internationale ‘Unified Parkinson’s Disease Rating Scale’ (UPDRS). Die kijkt niet alleen naar de ernst van de lichamelijke klachten, maar ook naar de mate waarin iemand in staat is om gewone dagelijkse handelingen uit te voeren (ADL), en naar bijkomende klachten op gebied van gedrag, stemming en slaap. Op de laatste onderdelen was het effect van melatonine het grootste. Via bloedonderzoek werden eventuele veranderingen vastgesteld in diverse stoffen die te maken hebben met ontstekingen en antioxidantcapaciteit. Ook hierbij werden significante verbeteringen gezien. Via fundamenteel onderzoek in hersenweefsel (Li 2022) kon het beschermende effect van melatonine op de ontstekingsreactie in de dopaminezenuwen bij de ziekte van Parkinson worden aangetoond.

In een meta-analyse uit 2023 werden de resultaten van vijf eerder uitgevoerde dubbelblind onderzoeken met melatonine beoordeeld. In drie studies werd een lage dosis (2, 3 of 4 mg) melatonine gegeven. Bij deze lage dosis werd geen verbetering van de UPDRS-score gezien. In twee andere studies werd een hoge dosis melatonine gebruikt, namelijk 10 en 50 mg. In die gevallen was een significante verbetering te zien.

Bij deze onderzoeken zijn wel twee kritische kanttekeningen te plaatsen. Allereerst valt op dat er in geen van deze studies bij de deelnemende parkinsonpatiënten vooraf is gemeten hoeveel melatonine ze zelf aanmaken. Dan zou namelijk duidelijk worden of en in hoeverre patiënten met een lage melatoninespiegel wel of niet beter reageren op een behandeling met melatonine in vergelijking met patiënten met een normale melatoninespiegel.

In de tweede plaats is de gebruikte dosering erg hoog. Een dosis van 50 mg kan leiden tot een flinke slaperigheid in de ochtend. En omdat één op de tien mensen melatonine te traag afbreekt, zal hun melatoninespiegel de hele dag te hoog blijven. Dit kan weer leiden tot een ontregeling van het slaap-waakritme. Voorkomen moet worden dat de melatoninespiegel overdag verhoogd is in plaats van bijna nul. Het normale golfpatroon van de melatoninespiegel en het normale dag- en nachtritme in het lichaam (’s nachts hoge melatoninespiegel en overdag erg laag tot bijna nul) moeten behouden blijven. Als doorslaapproblemen ontstaan (’s nachts vaker wakker worden en/of ’s morgens te vroeg ontwaken) is dat een aanwijzing dat de melatoninespiegel overdag te hoog is geworden. Mensen bij wie de melatonineafbraak te traag verloopt, zullen hier zeker last van gaan krijgen. Het advies is in zulke gevallen de melatoninespiegel overdag te controleren.

Bronnen

Li J, Liu H, Wang X, Xia Y, Huang J, Wang T, Lin Z, Xiong N. Melatonin ameliorates Parkinson’s disease via regulating microglia polarization in a RORα-dependent pathway. NPJ Parkinsons Dis. 2022 Jul 8;8(1):90.

Iftikhar S, Sameer HM, Zainab. Significant potential of melatonin therapy in Parkinson’s disease – a meta-analysis of randomized controlled trials. Front Neurol. 2023 Oct 10;14:1265789.

Daneshvar Kakhaki R, Ostadmohammadi V, Kouchaki E, Aghadavod E, Bahmani F, Tamtaji OR, J Reiter R, Mansournia MA, Asemi Z. Melatonin supplementation and the effects on clinical and metabolic status in Parkinson’s disease: A randomized, double-blind, placebo-controlled trial. Clin Neurol Neurosurg. 2020 Aug;195:105878.

Paul R, Phukan BC, Justin Thenmozhi A, Manivasagam T, Bhattacharya P, Borah A. Melatonin protects against behavioral deficits, dopamine loss and oxidative stress in homocysteine model of Parkinson’s disease. Life Sci. 2018 Jan 1;192:238-245. doi: 10.1016/j.lfs.2017.11.016. Epub 2017 Nov 11.

 

Melatonine bij fibromyalgie

Bij de behandeling van fibromyalgie vormt melatonine een goede toevoeging aan het behandelschema. Dit is de conclusie van een analyse van tot nu toe verschenen publicaties over onderzoek met melatonine bij patiënten met fibromyalgie (González-Flores 2023). Een behandeling met melatonine blijkt de pijn te kunnen verminderen. Verder kunnen slaapproblemen en depressieve gevoelens afnemen. Dit gunstige effect van melatonine is niet alleen het gevolg van de invloed op het slaap-waakritme.  Melatonine heeft namelijk ook een krachtige werking als antioxidant. Dit heeft een gunstig effect op de stofwisseling en de opwekking van energie binnenin de weefsels, bijvoorbeeld de spieren. Daarnaast verhoogt melatonine de cortisolspiegels overdag, wat eveneens bijdraagt aan een hoger energieniveau overdag.

De resultaten van de behandeling met melatonine waren overwegend positief. Zowel de slaap als de pijnklachten verbeterden. Ook de stemming  werd beter, net als de kwaliteit van leven. Een punt van kritiek op al het onderzoek is dat de gebruikte dosering melatonine (3 tot 15 mg) wel erg hoog was. Een op de tien mensen kan melatonine niet normaal snel afbreken, waardoor een deel van de ingenomen dosis melatonine de volgende ochtend nog aanwezig kan zijn. In dat geval ontstaat na enkele weken melatoninestapeling en blijft de melatoninespiegel 24 uur lang erg hoog. Hierdoor ontstaan uiteindelijk  slaapproblemen. Door de korte duur van de onderzoeken (10 tot 14 dagen) kon niet worden beoordeeld of deze hoge dosis bij mensen met fibromyalgie wel veilig was.

Zie voor meer informatie op onze website.

Bronnen:

González-Flores D, López-Pingarrón L, Castaño MY, Gómez MÁ, Rodríguez AB, García JJ, Garrido M. Melatonin as a Coadjuvant in the Treatment of Patients with Fibromyalgia. Biomedicines. 2023 Jul 12;11(7):1964.

Castaño MY, Garrido M, Rodríguez AB, Gómez MÁ. Melatonin Improves Mood Status and Quality of Life and Decreases Cortisol Levels in Fibromyalgia. Biol Res Nurs. 2019 Jan;21(1):22-29.

Favero G, Bonomini F, Franco C, Rezzani R. Mitochondrial Dysfunction in Skeletal Muscle of a Fibromyalgia Model: The Potential Benefits of Melatonin. Int J Mol Sci. 2019 Feb 11;20(3).

Oorzaken van een te lage melatoninespiegel

Bij de meeste mensen met een te lage melatoninespiegel is daar geen oorzaak voor te vinden. Zij maken gewoon altijd weinig melatonine aan, simpelweg omdat bij hen de enzymen die bij de aanmaak van melatonine betrokken zijn, minder actief zijn. Dat is erfelijk bepaald, dus komt het ook vaak bij familieleden voor. Mensen met lage melatoninespiegels drinken ‘s avonds meestal geen koffie omdat ze anders (nog) moeilijker in slaap vallen. Dat komt doordat het enzym dat in de lever cafeïne afbreekt, ook melatonine moet afbreken en tegelijkertijd betrokken is bij de regulatie van de aanmaak van melatonine.

De hoogte van de nachtelijke melatoninepiek en de totale hoeveelheid die ’s nachts wordt aangemaakt verschillen dus van persoon tot persoon en zijn genetisch bepaald. Bij elk individu is de melatonineproductie van nacht tot nacht constant. Als je ’s nachts echter korter slaapt (te laat naar bed gaat of te vroeg de wekker zet) maak je die nacht minder melatonine aan dan je  zou doen als je wel je acht uren slaap haalt. Bij een uur korter slapen dan gebruikelijk neemt de melatonineproductie die nacht al meetbaar af. Ook mensen met wisselende werktijden (ploegendienst) maken op de dagen van de nachtdienst minder melatonine aan. Dat komt vooral doordat licht de aanmaak van melatonine afremt.

Niet alleen zon-, maar ook lamplicht remt de aanmaak van melatonine. Beeldschermen, zoals televisie, mobiele telefoons en tablets hebben datzelfde remmende effect als je ernaar kijkt in het uur voordat je naar bed gaat. Je kunt in dat uur beter het beeldscherm laten voor wat het is en het licht in je omgeving dimmen. Dan komt de aanmaak van melatonine tot wel tweemaal zo snel op gang.

Bij neurodegeneratieve ziekten als alzheimer en parkinson komen ook lage melatoninespiegels voor. En er zijn medicijnen die de aanmaak van melatonine afremmen, zoals sommige bètablokkers en calciumantagonisten.

Mensen met lage melatoninespiegels hebben vaker slaapproblemen dan mensen die een normaal hoge melatoninespiegel hebben. Meestal vallen ze moeilijker in slaap, slapen ze lichter en worden ze gemakkelijker ’s nachts wakker of ontwaken ze ’s morgens te vroeg. Om erachter te komen of je slaapprobleem misschien te maken heeft met een te lage melatoninespiegel, volstaat één meting in speeksel. Daarmee kan het hoogste punt van de nachtelijke melatonineaanmaak worden berekend. De test is via deze website te bestellen. Behalve de uitslag van de meting krijg je dan een persoonlijk advies.

 

Melatonine bij nachtelijk plassen (nachtplassen of nycturie)

Word je ’s nachts wakker omdat je moet plassen? Of moet je ’s nachts plassen omdat je slecht slaapt? Een kip-en-eikwestie. Een stoornis in je bioritme die je slaap-waakritme in de war schopt, kan ontstaan door onvoldoende aanmaak van melatonine. Daardoor produceren je nieren ’s nachts meer urine en wordt je toch al slechte slaap verstoord door een volle blaas. Dus moet je ’s nachts naar de wc en val je daarna  moeilijk opnieuw in slaap. Kortom, een doodvermoeiende vicieuze cirkel.

Je biologische klok regelt normaliter de hoeveelheid urineaanmaak overdag en ’s nachts. Dat je ’s nachts minder urine aanmaakt, komt doordat je ’s nachts het hormoon ADH (antidiuretisch hormoon) aanmaakt dat het doorgeven van vocht in de nieren remt. Je nachtelijke urine  is om die reden geconcentreerder dan overdag. De eerste urine die je ‘s ochtends produceert is daardoor donkerder geel dan de urine van de rest van de dag.

Als je ’s nachts te weinig ADH aanmaakt, maak je een grotere hoeveelheid urine aan dan als je wel genoeg ADH zou aanmaken. Dat zorgt ervoor dat je urineblaas halverwege de nacht al vol is, en je eruit moet om te plassen. Dit wordt ook wel nycturie genoemd.

De hoeveelheid  ADH bepaalt het biologische ritme van je lichaam en dat wordt aangestuurd door de biologische klok, in samenhang met de hoeveelheid melatonine die je ’s nachts aanmaakt. De urineblaas kan ’s nachts bovendien meer urine bevatten dan overdag. Daarom wordt het ’s nachts wakker worden om te plassen ook wel als een stoornis van het biologische ritme beschouwd (Birder 2019). Er zijn echter ook ziekten waarbij nachtplassen voorkomt, zoals urinewegontstekingen, suikerziekte, hart- en prostaataandoeningen.

Naarmate je ouder wordt neemt de capaciteit van de nieren om urine te concentreren af. Voor een deel heeft dit te maken met veroudering van de nieren en voor een ander deel doordat de nachtelijke aanmaak van het hormoon ADH afneemt. Of dit laatste te maken heeft met de afname van de hoeveelheid melatonine is onderzocht door een Japanse onderzoekgroep (Obayashi 2014). Hierbij werd bij 861 mensen ouderen (gemiddelde leeftijd 72 jaar) de hoeveelheid ’s nachts gevormde melatonine gemeten. Deze bleek bij de deelnemers die ’s nachts twee keer of vaker moesten plassen, lager dan bij mensen die ’s nachts niet naar de wc hoefden. Dit ondersteunt de visie dat het ’s nachts wakker worden om te plassen een stoornis van het biologische ritme is. Dat dit op latere leeftijd vaker voorkomt dan bij jongvolwassenen heeft ook te maken met het afnemen van de melatonineproductie naarmate je ouder wordt. Voor ieder individu is de melatonineproductie constant en neemt zij na de puberteit met gemiddeld 2,5 procent per jaar af. Dat betekent dat de melatoninespiegel van een zestigjarige nog maar half zo hoog is als die van een twintigjarige. Via een meting van de melatoninespiegel in speeksel kun je erachter komen of er bij nachtplassen sprake is van een te lage melatonineproductie.

De vraag is hoeveel baat melatonine heeft bij mensen die ’s nachts twee keer of meer wakker werden omdat ze moeten plassen. Daar is dubbelblind onderzoek naar gedaan met 2 mg melatonine bij volwassenen (Leerasiri 2022). De groep die melatonine kreeg werd ’s nachts nog maar half zo vaak wakker om naar het toilet te gaan. Ook konden zij langer doorslapen tot ze wakker werden van een volle blaas. Sommigen konden nu zelfs de hele nacht doorslapen. De conclusie dat de slaap als geheel verbeterde ligt voor de hand.

Bedplassen

De resultaten van deze onderzoeken bij volwassenen roepen meteen de vraag op of bedplassen bij kinderen iets te maken heeft met een verstoord bioritme. Op zich geen gek idee, want het duurt enkele jaren voordat een kind de hele nacht droog blijft

Net zoals het enkele jaren kan duren totdat een kind een normaal slaap-waakritme heeft ontwikkeld. We spreken dan ook bij kinderen pas van bedplassen (enuresis) als zij op vijfjarige leeftijd nog steeds niet helemaal zindelijk zijn. Bij ongeveer een op de twaalf kinderen (8  procent) is dit het geval. Hierbij spelen erfelijke factoren een grote rol. Bij jongens ouder dan acht jaar komt het tweemaal vaker voor dan bij meisjes van dezelfde leeftijd.

Over de oorzaak van bedplassen heerst nog veel onduidelijkheid. Er zijn drie theorieën (Kiddoo 2012), namelijk dat ’s nachts te veel urine wordt aangemaakt, een overatieve blaasspier en hersenen die niet adequaat  reageren op de prikkel dat de blaas vol is. Al deze theorieën worden ondersteund door wetenschappelijk onderzoek, maar geen van de drie  verklaart alle gevallen van bedplassen. Daardoor zijn er uiteindelijk drie soorten behandeling ontstaan.
Desmopressine (Minrin®) remt de aanmaak van urine en imiteert zo de werking van het natuurlijke hormoon ADH. Het bestaat als tablet en als neusspray.
Een tweede type medicijn zijn de zogeheten spasmolytica (zoals Dridase®, Vesicare® en Detrusitol®). Deze middelen ontspannen de blaasspier waardoor de blaas meer urine kan bevatten voordat de blaasspier samentrekt.
De derde behandeling maakt gebruik van een plaswekker. Zodra er urineverlies is, wordt het kind door een alarm gewekt en kan het naar de wc rennen.

De vraag of melatonine bij bedplassen kan helpen is niet goed te beoordelen, want er is op een onderzoek (Merks 2012) na, niets over gepubliceerd. In dat ene (dubbelblind) onderzoek, uitgevoerd bij slechts 24 kinderen, werden geen verschillen in de mate van bedplassen gezien tussen de groep die melatonine kreeg en de groep die een placebo slikte.

Bronnen

Birder LA, Van Kerrebroeck PEV. Pathophysiological Mechanisms of Nocturia and Nocturnal Polyuria: The Contribution of Cellular Function, the Urinary Bladder Urothelium, and Circadian Rhythm. Urology. 2019 Nov;133S:14-23.

Obayashi K, Saeki K, Kurumatani N. Association between melatonin secretion and nocturia in elderly individuals: a cross-sectional study of the HEIJO-KYO cohort. J Urol. 2014 Jun;191(6):1816-21.

Leerasiri P, Pariyaeksut P, Hengrasmee P, Asumpinwong C. Effectiveness of melatonin for the treatment of nocturia: a randomized controlled trial. Int Urogynecol J. 2022 May 21. doi: 10.1007/s00192-022-05232-3. Epub ahead of print. PMID: 35596803.

Kiddoo DA. Nocturnal enuresis. CMAJ. 2012 May 15;184(8):908-11.

Merks BT, Burger H, Willemsen J, van Gool JD, de Jong TP. Melatonin treatment in children with therapy-resistant monosymptomatic nocturnal enuresis. J Pediatr Urol. 2012 Aug;8(4):416-20.

Melatonine blijkt in eerste dubbelblindstudie effectief tegen COVID-19

Er zijn inmiddels meer dan honderd wetenschappelijke publicaties over het gunstige effect van melatonine bij de behandeling van COVID-19 verschenen. Ook zijn nu de eerste gunstige resultaten van een dubbelblind onderzoek met melatonine gepubliceerd. Toch bestaat er nog veel weerstand tegen het gebruik van melatonine bij de behandeling van COVID-19. Komt dat misschien doordat de meeste mensen, inclusief artsen, denken dat melatonine alleen te maken heeft met slaap? Of dat melatonine een hormoon zou zijn, wat het echter niet is.

Melatonine wordt in de pijnappelklier van de hersenen alleen ’s nachts aangemaakt, en reguleert het slaap-waakcentrum. Pas sinds kort is bekend  dat melatonine ook in andere weefselcellen zelfs overdag wordt aangemaakt en ter plekke belangrijke functies vervult. Zo werkt melatonine daar als antioxidant en beschermt het weefselcellen tegen schadelijke invloed van vrije radicalen.
Daarnaast heeft melatonine een dubbele invloed op onze weerstand tegen infectieziekten. Aan de ene kant activeert het de weerstand tegen bacteriën en virussen. Tegelijkertijd voorkomt melatonine dat het immuunsysteem bij een infectieziekte overreageert. Dat laatste gebeurt bij COVID-19. Het coronavirus veroorzaakt zo’n heftige reactie van het immuunsysteem, dat het overmatig veel cytokinen (afweerstoffen) produceert (cytokinenstorm). Hierdoor worden behalve het coronavirus ook de longweefselcellen aangevallen. Dit veroorzaakt een acute longbeschadiging (ALI = acute lung injury) en het acute respiratory distress syndroom (ARDS). Dit zijn de complicaties die leiden tot langdurige opnames op de IC vanwege de noodzakelijke beademing. Het zijn ook de belangrijkste oorzaken van overlijden aan een corona-infectie.

Op dit moment zijn er ten minste acht dubbelblindstudies gaande naar het effect van melatonine bij de behandeling van COVID-19. Van de eerste hiervan zijn nu de resultaten bekend. Bij deze eerste dubbelblindstudie werden 44 ziekenhuispatiënten met matige tot ernstige klachten behandeld met driemaal daags 3 mg melatonine of een placebo. Daarnaast kreeg iedereen de gebruikelijke ziekenhuis behandeling. De 24 patiënten die melatonine kregen vertoonden een significante verbetering van de klachten, zoals hoesten, kortademigheid en vermoeidheid. De longafwijkingen waren minder ernstig en de bloedafwijkingen waren minder ernstig dan die van de controlegroep. Tot slot was de opnameduur van de met melatonine behandelde groep korter dan in de controlegroep.

In deze dubbelblindstudie werd ook onderzocht op welke manier het immuunsysteem bij de deelnemers reageerde op de behandeling met melatonine. Hierbij werd gedurende de opname in het bloed de hoeveelheid gemeten van allerlei stoffen die met ontstekingen en immuniteit te maken hebben. Een van de belangrijkste bevindingen was dat de hoeveelheid cytokinen bij patiënten die met melatonine waren behandeld duidelijk lager was dan die in de controlegroep. Helaas was bij geen van de patiënten voorafgaand aan de behandeling met melatonine gemeten of er sprake was van lage melatoninespiegels. Mensen die te weinig melatonine aanmaken lopen namelijk waarschijnlijk meer kans om na besmetting met het coronavirus een ernstiger beloop van de COVID-19 infectie door te maken. Meting van de melatoninespiegel is een eenvoudig onderzoek. De hoogte ervan kan in een speekselmonster worden bepaald. Deze meting kun je via deze website aanvragen.

De vraag is nu waarom artsen nog steeds aarzelen om melatonine te gebruiken bij de behandeling van COVID-19 patiënten. Waarschijnlijk heeft dat te maken met een soort van conservatisme. Nieuwe medicijnen worden doorgaans alleen voorgeschreven wanneer ze in een behandelprotocol zijn opgenomen. En een behandelprotocol vereist nu eenmaal jaren van voorbereiding. Ook zit er op melatonine geen patent. De farmaceutische industrie is daarom niet geïnteresseerd in kostbaar onderzoek met melatonine.

In een recentelijk verschenen publicatie doet een aantal artsen onder leiding van Gregory Brown een beroep op de medische wereld om de gunstige werking van melatonine bij COVID-19 serieus te nemen. COVID-19 zal de komende jaren niet verdwijnen en melatonine is een goedkoop en veilig middel.

Bronnen

Brown GM, Pandi-Perumal SR, Pupko H, Kennedy JL, Cardinali DP. Melatonin as an Add-On Treatment of COVID-19 Infection: Current Status. Diseases. 2021 Sep 20;9(3):64.

Farnoosh, G., Akbariqomi, M., Badri, T., Bagheri, M., Izadi, M., Saeedi-Boroujeni, A., Rezaie, E., Ghaleh, H.E.G., Aghamollaei, H., Fasihi Ramandi, M. et al. Efficacy of a Low Dose of Melatonin as an Adjunctive Therapy in Hospitalized Patients with COVID-19: A Randomized, Double-blind Clinical Trial. Arch. Med Res. 2021.

Hosseini, A., Esmaeili Gouvarchin Ghaleh, H., Aghamollaei, H., Fasihi Ramandi, M., Alishiri, G., Shahriary, A., Hassanpour, K., Tat, M., Farnoosh, G. Evaluation of Th1 and Th2 mediated cellular and humoral immunity in patients with COVID-19 following the use of melatonin as an adjunctive treatment. Eur. J. Pharmacol. 2021, 904, 174193.

Melatonine beschermt tegen zwangerschapsvergiftiging

Vrouwen met zwangerschapsvergiftiging blijken lage melatoninespiegels te hebben. Weefselonderzoek toont aan dat melatonine tegen de schadelijke gevolgen van zwangerschapsvergiftiging beschermt.

Zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie) kan op verschillende manieren schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Allereerst neemt de functie van de placenta af, waardoor er minder zuurstof en voedingsstoffen aan de foetus wordt doorgegeven. Daardoor is het geboortegewicht doorgaans lager, wordt het kind vaak prematuur geboren en loopt het meer risico op zuurstoftekort tijdens de geboorte. Deze kinderen hebben later in hun leven meer kans op het krijgen van hart- en vaatziekten. Aan een doorgemaakte zwangerschapsvergiftiging blijken moeders een verhoogd risico op hart en vaatziekten te houden.

Bij de behandeling van zwangerschapsvergiftiging wordt veel gebruikgemaakt van medicijnen die bij een ‘gewone’ hoge bloeddruk worden gebruikt. Deze medicijnen zijn weliswaar effectief, maar grotendeels gericht op preventie van de gevolgen van de hoge bloeddruk en niet op de oorzaak ervan. De achterliggende oorzaak is dat schadelijke eiwitten (peptiden) in de placenta vrijkomen waardoor de bloedvaten in de placenta beschadigd raken. Die bloedvaten kunnen hierdoor minder goed zuurstof doorgeven aan de bloedvaten van de navelstreng. Dit zuurstoftekort leidt ertoe dat andere schadelijke stoffen (zoals vrije radicalen) vrijkomen. Als compensatie voor de verminderde doorbloeding van de placenta stijgt de bloeddruk van de moeder, om ervoor te zorgen dat toch voldoende zuurstof naar het ongeboren kind gaat.

Melatonine gaat de vorming van vrije radicalen tegen en biedt daardoor bescherming tegen het ontstaan van zwangerschapsvergiftiging. Melatonine wordt ’s nachts in de hersenen aangemaakt en regelt het dag-nachtritme. Behalve het slaap-waakritme is dat ook het dag-nachtritme van diverse stofwisselingsprocessen in het lichaam. Tijdens de zwangerschap wordt er in toenemende mate ook melatonine gevormd in de placenta. Dit melatonine is identiek aan het melatonine dat ’s nachts in de hersenen wordt aangemaakt. Verschillende studies wijzen uit dat de hoeveelheid melatonine bij vrouwen met zwangerschapsvergiftiging gemiddeld bijna 70 procent lager is dan die van gezonde zwangeren. Er is bovendien direct verband tussen de hoogte van de melatoninespiegel en de ernst van de zwangerschapsvergiftiging: hoe lager de melatoninespiegel, hoe ernstiger het beloop.

Op dit moment wordt onderzocht of zwangeren met een verhoogde bloeddruk baat hebben bij een behandeling met melatonine omdat melatoninetekort bij zwangeren met zwangerschapsvergiftiging in meerdere studies is gevonden.

Om te zien in hoeverre melatonine bescherming biedt tegen de schadelijke gevolgen van zuurstofgebrek deden onderzoekers van universiteiten in Canada en de VS eerst fundamenteel weefselonderzoek. Hierbij werden stukjes placentaweefsel gebruikt van vrouwen die kort tevoren een gezond kind ter wereld hadden gebracht. Het weefsel werd onderworpen aan zuurstoftekort en daarna werd de schade opgemaakt. Vervolgens werd aan de helft van de stukjes weefsel melatonine toegevoegd en stelden de onderzoekers vast dat de schade zich herstelde. Bij de niet met melatonine behandelde stukjes placentaweefsel gebeurde dat niet.

Op dit moment wordt in Australië onderzocht of zwangeren met een verhoogde bloeddruk baat zouden kunnen hebben bij een behandeling met melatonine. Resultaten daarvan zijn nog niet beschikbaar.

Wij adviseren om niet zomaar met melatonine te beginnen, maar eerst te meten of er sprake is van een melatoninetekort. Deze meting kun je hier aanvragen. Ook mag de dosis melatonine niet te hoog te zijn, omdat mensen met lage melatoninespiegels vaker problemen lijken te hebben met de afbraak van melatonine. Het gevolg hiervan is dat de melatoninespiegel ook overdag hoger wordt waardoor het slaap-waakritme ontregeld raakt. Daarom krijg je van ons behalve de uitslag ook een advies over eventueel gebruik van melatonine.

Bronnen

Langston-Cox A, Marshall SA, Lu D, Palmer KR, Wallace EM. Melatonin for the Management of Preeclampsia: A Review. Antioxidants (Basel). 2021 Mar 3;10(3):376. doi: 10.3390/antiox10030376. PMID: 33802558; PMCID: PMC8002171.

Dou Y, Lin B, Cheng H, Wang C, Zhao M, Zhang J, Wu J. The reduction of melatonin levels is associated with the development of preeclampsia: a meta-analysis. Hypertens Pregnancy. 2019 Feb 22:1-8. doi: 10.1080/10641955.2019.1581215. [Epub ahead of print]

Palmer KR, Mockler JC, Davies-Tuck ML, Miller SL, Goergen SK, Fahey MC, Anderson PJ, Groom KM, Wallace EM. Protect-me: a parallel-group, triple blinded, placebo-controlled randomised clinical trial protocol assessing antenatal maternal melatonin supplementation for fetal neuroprotection in early-onset fetal growth restriction. BMJ Open. 2019 Jun 22;9(6):e028243. doi: 10.1136/bmjopen-2018-028243. PMID: 31230020; PMCID: PMC6596968

Sagrillo-Fagundes L, Salustiano EMA, Rodrigo R, Markus RP, Vaillancourt C. Melatonin modulates autophagy and inflammation protecting human placental trophoblast from hypoxia/reoxygenation. J Pineal Res. 2018 Aug 9:e12520. doi: 10.1111/jpi.12520. [Epub ahead of print]

Hobson SR, Wallace EM, Kingdom JC, Hodges RJ. A Randomized Double-Blinded Placebo-Controlled Intervention Trial of Melatonin for the Prevention of Preeclampsia in Moderate- and High-Risk Women: The MELPOP Trial. Methods Mol Biol. 2018;1710:347-352. doi: 10.1007/978-1-4939-7498-6_28.

Hobson SR, Gurusinghe S, Lim R, Alers NO, Miller SL, Kingdom JC, Wallace EM. Melatonin improves endothelial function in vitro and prolongs pregnancy in women with early-onset preeclampsia. J Pineal Res. 2018 Oct;65(3):e12508. doi: 10.1111/jpi.12508. Epub 2018 Aug 1. PMID: 29766570.

Nieuws over de rol van melatonine bij borstkanker

Het enzym dat de aanmaak van melatonine aanstuurt blijkt bij vrouwen met borstkanker minder actief te zijn. De publicatie hierover verscheen onlangs in het International Journal of Cancer.

Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Naast erfelijke factoren spelen lage melatoninespiegels een rol bij het ontstaan van borstkanker. Melatonine staat erg in de belangstelling bij onderzoekers naar nieuwe wegen bij de behandeling van borstkanker. In een zeer recente publicatie (Gurunathan en coll. maart 2021) wordt een duidelijk overzicht gegeven van de huidige kennis over de rol van melatoninetekort bij het ontstaan van borstkanker en verschillende andere vormen van kanker en de rol van melatonine bij de behandeling van kanker. Belangrijk is verder de ontdekking dat het enzym dat de aanmaak van melatonine aanstuurt (ASMT-enzym) bij vrouwen met borstkanker minder actief is, dan bij vrouwen zonder borstkanker (Tran en coll. februari 2021). Zij analyseerden de activiteit van het ASMT-gen bij 7244 vrouwen met borstkanker en vergeleken de uitslag met de kans succes van de behandeling. Daarbij bleek dat de kans op terugkeer van de tumor en het ontstaan van uitzaaiingen groter is naarmate de activiteit van het ASMT lager is. Met andere woorden: hoe lager de melatonineproductie, hoe slechter de prognose. De conclusie is dan ook dat melatoninetekort betrokken is bij het ontstaan van borstkanker en dat melatonine een waardevolle toevoeging kan zijn aan de behandeling van borstkanker.

Of er sprake is van een normale of juist een te lage melatonine spiegel kan worden vastgesteld door de melatonine spiegel in een ’s nachts afgenomen speekselmonster te laten meten. Deze zelftest kun je via deze website bestellen. Je krijgt dan van ons de uitslag met een advies dat op deze uitslag is gebaseerd.

Meer informatie over de rol van melatonine bij de preventie van borstkanker en bij de behandeling daarvan, staat elders op de website www.melatonine.nu.

Bronnen

Gurunathan S, Qasim M, Kang MH, Kim JH. Role and Therapeutic Potential of Melatonin in Various Type of Cancers. Onco Targets Ther. 2021 Mar 18;14:2019-2052. doi: 10.2147/OTT.S298512. PMID: 33776451; PMCID: PMC7987311.

Tran QH, Than VT, Luu PL, Clarke D, Lam HN, Nguyen TT, Nguyen DT, Duy PQ, Phung D, Nguyen MN. A novel signature predicts recurrence risk and therapeutic response in breast cancer patients. Int J Cancer. 2021 Jun 1;148(11):2848-2856. doi: 10.1002/ijc.33512. Epub 2021 Feb 21. PMID: 33586202.

De rol van melatonine bij de ontwikkeling van autisme

In verschillende studies is vastgesteld dat kinderen en volwassenen met een autistismespectrumstoornis (ASS) lagere melatoninespiegels hebben. Dat komt doordat ze ’s avonds en ’s nachts in de pijnappelklier minder melatonine aanmaken. Algemeen wordt aangenomen dat dit een verklaring is waarom slaapproblemen zo vaak voorkomen bij kinderen met ASS. Melatonine is niet alleen nodig voor de slaap, het is bovendien uitermate belangrijk voor de ontwikkeling van de hersenen. De vraag is daarom in hoeverre lage melatoninespiegels bijdragen aan de ontwikkeling van ASS.

Japanse en Chinese wetenschappers hebben alle tot nu toe gepubliceerde onderzoeken naar de rol van melatoninetekort bij het ontstaan van ASS onderzocht. Ze trokken de conclusie dat melatoninetekort op tenminste drie verschillende manieren kan bijdragen aan het ontstaan van ASS. Behalve dat melatonine een essentiële functie heeft bij de groei van zenuwbanen in de hersenen, beschermt het door zijn werking als antioxidant ook tegen de invloed van schadelijke stoffen in de omgeving. Melatonine beschermt bovendien de chromosomen tegen beschadigingen die kunnen leiden tot aangeboren afwijkingen. Dat kan verklaren waarom er bij kinderen met ASS zoveel verschillende chromosoomafwijkingen worden gevonden, terwijl de verschijnselen van ASS bij hen allemaal min of meer hetzelfde zijn. Het is daarom van belang niet alleen te kijken naar de melatoninespiegel van een kind met ASS, maar ook naar de melatoninespiegel van zijn moeder (en vader). Een aantal onderzoeken wijst uit dat moeders van kinderen met ASS lage melatoninespiegels hebben. Daaruit blijkt dat moeders met een lage melatoninespiegel een grotere kans hebben op het krijgen van een kind met ASS.

Er is ook een verband tussen de mate van ASS, de aanwezigheid van een verstandelijke beperking en de hoogte van de melatoninespiegel. Hoe lager de melatoninespiegel bij een kind met ASS is, hoe groter de kans is op een ernstigere mate van autisme plus van een ontwikkelingsachterstand.  

De Japanse en Chinese wetenschappers concluderen dat lage melatoninespiegels betrokken zijn bij het ontstaan van ASS en dat naarmate de melatoninespiegels lager zijn, dit kan leiden tot ernstiger vormen van ASS. Een beter begrip van de rol van melatoninetekort bij ASS kan leiden tot een betere behandeling en mogelijk preventie van ASS. Deze conclusies werden overigens in 2018 reeds door de Nederlandse arts Wiebe Braam geformuleerd.

Oorzaak ASS is erg ingewikkeld

ASS wordt veroorzaakt door een combinatie van genetische en omgevingsfactoren. Bij 70 procent van de mensen met ASS is sprake van een verstandelijke beperking. Er zijn inmiddels ruim 800 genetische variaties gevonden als potentiële veroorzakers, maar niet één daarvan is verantwoordelijk voor meer dan 1 procent van de gevallen van ASS. Er bestaat dus niet één specifiek ‘autismegen’.

Lage melatoninespiegels bij de moeder

Lage melatoninespiegels worden vaak bij ASS gevonden. Hoe lager de melatoninespiegel, des te ernstiger de ASS-verschijnselen zijn. Er bestaat dus een omgekeerde relatie tussen melatonine en ASS. Dit past bij de kennis over de rol van melatonine bij de hersenontwikkeling van het ongeboren kind in de baarmoeder. Bovendien weten we dat melatonine de hersenen tijdens tijdens de geboorte beschermt tegen schade door tijdelijk zuurstofgebrek. Omdat het ongeboren kind vóór de geboorte niet in staat is zelf melatonine aan te maken, is het geheel afhankelijk van de melatonine die het via de placenta ontvangt. Dat verklaart waarom lage melatoninespiegels van de moeder een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van ASS bij het kind.
De pasgeborene is pas na ongeveer drie maanden in staat zelf melatonine aan te maken en is tot die tijd afhankelijk van de melatonine die hij via de moedermelk ontvangt. De ervaring leert dat baby’s die geen borstvoeding krijgen een groter risico op ASS hebben.

ASS en behandeling met melatonine

Als uit onderzoek bekend is dat er een omgekeerd verband bestaat tussen de hoogte van de melatoninespiegel en de ernst van de ASS-verschijnselen, ligt het voor de hand dit tekort bij kinderen met lage melatoninespiegels aan te vullen. Er is voldoende bewijs dat behandeling met melatonine kinderen met ASS en slaapproblemen helpt. Veel publicaties noemen melatonine zelfs eerste keus.
Melatonine kan ook helpen bij andere problemen die bij ASS spelen. Zo kan melatonine een gunstige invloed hebben op sociaal gedrag, stijfkoppigheid of starheid in gedrag, driftbuien, angsten en snel bang worden. Waarschijnlijk heeft een deel van de gunstige invloed van melatonine op het gedrag  te maken met een verbetering van de slaap. In theorie zou langduriger gebruik van melatonine ook een gunstige invloed kunnen hebben op de totale ontwikkeling, maar zoiets is moeilijk te onderzoeken.

Problemen met gebruik van melatonine bij ASS

Een belangrijke, maar weinig bekende bijwerking van melatonine, is dat na enkele weken gebruik ervan, het effect vermindert en de slaapproblemen opnieuw de kop opsteken. Oorzaak hiervan is een stoornis in de afbraak van melatonine. Als melatonine te traag wordt afgebroken ontstaan ’s nachts en overdag zeer hoge melatoninespiegels. Dit leidt – paradoxaal genoeg – tot een ontregeling van het slaap-waakritme. Mensen bij wie dat het geval is worden vaak wakker ‘s nachts. De dosis moet dan worden verlaagd in plaats van verhoogd. Zie hiervoor de adviezen op deze website.

Bronnen

Wu ZY, Huang SD, Zou JJ, Wang QX, Naveed M, Bao HN, Wang W, Fukunaga K, Han F. Autism spectrum disorder (ASD): Disturbance of the melatonin system and its implications. Biomed Pharmacother. 2020 Oct;130:110496.

Lalanne S, Fougerou-Leurent C, Anderson GM, Schroder CM, Nir T, Chokron S, Delorme R, Claustrat B, Bellissant E, Kermarrec S, Franco P, Denis L, Tordjman S. Melatonin: From Pharmacokinetics to Clinical Use in Autism Spectrum Disorder. Int J Mol Sci. 2021 Feb 2;22(3):1490.

Braam W, Ehrhart F, Maas APHM, Smits MG, Curfs L. Low maternal melatonin level increases autism spectrum disorder risk in children. Res Dev Disabil. 2018 Nov;82:79-89.

Wiebe Braam, Friederike Ehrhart, Anneke P.H.M. Maas, Marcel G. Smits, Leopold Curfs. Lage melatoninespiegel bij moeder vergroot risico op autisme bij haar kind. TAVG 2018 Sept;36:98-102.

Dat ouderen minder slaap nodig hebben is een fabeltje

Het is een fabeltje dat mensen naarmate ze ouder worden minder slaap nodig zouden hebben. Feit is inderdaad dat veel mensen naarmate ze ouder worden minder goed slapen. De een heeft moeite met in slaap vallen en de ander wordt ’s nachts regelmatig wakker en komt dan moeilijk weer in slaap. In het algemeen slapen ouderen ’s nachts minder lang en minder diep geslapen dan jongeren. Dat wil evenwel niet zeggen dat de slaapbehoefte bij het ouder worden afneemt. Dat veel ouderen minder goed slapen komt voor een groot deel doordat in de pijnappelklier, het deel van de hersenen dat melatonine aanmaakt, verkalkingen optreden. Dit ‘ouderdomsverschijnsel’ leidt tot afname van de aanmaak van melatonine wat er op zijn beurt voor zorgt dat de hoeveelheid slaap afneemt. Dit is slecht voor de gezondheid. Melatoninetekort is een risicofactor voor het krijgen van onder andere diabetes, hart- en vaatziekten, dementie en sommige soorten kanker. Melatoninetekort kan bovendien bijdragen aan een ernstiger verloop van COVID-19.

De hoeveelheid melatonine die iemand ’s nachts aanmaakt verschilt van persoon tot persoon. Per persoon is de hoeveelheid melatonine ’s nachts echter vrij constant. Wel neemt de hoeveelheid melatonine die iemand maakt met het ouder worden langzaam af. Mensen die van jongs af aan veel melatonine aanmaken, zullen dat tot op hoge leeftijd blijven doen, ondanks de afname tijdens het ouder worden. Maar mensen die op jonge leeftijd al weinig melatonine aanmaken, zullen door de afname tijdens het ouder worden op latere leeftijd te weinig melatonine aanmaken om nog goed te kunnen slapen.

Tegenwoordig is met een eenvoudige speekseltest vast te stellen of iemand ’s nachts veel of weinig melatonine aanmaakt. In het laboratorium kan melatonine in speeksel worden gemeten. Via deze website kun je deze test aanvragen.

Bronnen:

Goswami N, Abulafia C, Vigo D, Moser M, Cornelissen G, Cardinali D. Falls Risk, Circadian Rhythms and Melatonin: Current Perspectives. Clin Interv Aging. 2020 Nov 11;15:2165-2174. doi: 10.2147/CIA.S283342. PMID: 33204081; PMCID: PMC7666981.

Cardinali, D.P., Brown, G.M., Reiter, R.J. et al. Elderly as a High-risk Group during COVID-19 Pandemic: Effect of Circadian Misalignment, Sleep Dysregulation and Melatonin Administration. Sleep Vigilance 4, 81–87 (2020).

Hardeland R. Aging, Melatonin, and the Pro- and Anti-Inflammatory Networks. Int J Mol Sci. 2019 Mar 11;20(5):1223. doi: 10.3390/ijms20051223. PMID: 30862067; PMCID: PMC6429360.

Zeer gunstig effect van melatonine bij COVID- patiënten op IC

Melatonine lijkt bij mensen met COVID-19 die op de IC zijn opgenomen, zeer gunstig uit te pakken. Het effect is mogelijk zelfs gelijkwaardig aan dexamethason, het medicijn dat momenteel eerste keus is op de IC. Aldus de eerste publicatie met resultaten van de behandeling van een grote groep COVID-19-patiënten met melatonine. Het betreft een prepublicatie op de website medRxiv, waarop belangrijke onderzoekresultaten voorafgaand aan publicatie in een medisch tijdschrift worden getoond.

Bij het onderzoek is in de dossiers van 948 COVID-19-patiënten die op de IC werden opgenomen en beademd werden, gekeken naar de medicijnen die zij daar kregen en naar de invloed die dit had op de overlevingskansen. De behandelresultaten werden vergeleken met een controlegroep die bestond uit 2981 patiënten die COVID-19 negatief waren en om een andere reden langdurig op de IC beademd waren. Veelgebruikte middelen waren spierverslappers (77 procent), verschillende soorten insuline (87 procent), dexamethason, prednison andere soorten bijnierschorshormonen (65 procent), melatonine (21 procent) en het kalmerende middel quetiapine (27 procent). Vervolgens werd er voor elk medicijn een statistische analyse gemaakt van de kans op overleving ten opzichte van patiënten die dit middel niet gebruikten. Gebruik van melatonine en enkele soorten insuline en het bijnierschorshormoon dexamethason was significant verbonden met een grotere kans op overleven. Gebruik van schildklierhormoon en de bijschildklierhormonen methylprednisolon en hydrocortison was juist significant verbonden met een grotere kans op sterfte.

In deze grafiek is te zien wat het effect van melatonine bij de behandeling was. Van de patiënten die een week aan de beademing lagen en melatonine kregen was de kans om te overleven 98 procent, terwijl dit bij de patiënten die geen melatonine kregen maar 72 procent was. En naarmate iemand langer op de IC moest blijven namen de overlevingskansen bij patiënten die melatonine kregen veel minder snel af dan bij patiënten die geen melatonine kregen.

Het is moeilijk om op basis van dit type onderzoek vast te stellen hoe groot de invloed van melatonine is op het gunstige beloop van de ziekte bij de gebruikers. Hiervoor is grootschalig dubbelblindonderzoek nodig. De meeste artsen willen liever wachten tot hiervan de resultaten bekend zijn. Hier is echter geen tijd voor, omdat dit type onderzoek vele maanden in beslag neemt. Die tijd is er niet, gezien de grote toeloop van COVID-19- patiënten naar de ziekenhuizen. Bovendien is melatonine een goedkoop en veilig middel, zonder echt schadelijke bijwerkingen. Bovendien kan het al in de beginfase van de ziekte voorgeschreven worden, waardoor de toestroom van patiënten naar de ziekenhuizen beperkt kan worden.

Lees hier meer over de werking van melatonine bij COVID-19.

Bron:

Ramlall V, Zucker J, Tatonetti N. Melatonin is significantly associated with survival of intubated COVID-19 patients. medRxiv [Preprint]. 2020 Oct 18:2020.10.15.20213546. doi: 10.1101/2020.10.15.20213546. PMID: 33083812; PMCID: PMC7574268.