Nieuw onderzoek met melatonine tegen COVID-19

Het risico op ernstiger beloop van COVID neemt bij behandeling met melatonine met de helft af en het sterfterisico is zelfs driemaal lager dan zonder melatonine. Het herstel verloopt tijdens behandeling met melatonine zelfs bijna viermaal sneller dan zonder melatonine (zie forest plot hieronder). Dit blijkt uit een meta-analyse van gegevens van meerdere onderzoeken met melatonine bij mensen met COVID (Lan 2022). Deze meta-analyse werd begin 2022 gepubliceerd. Hierna verscheen er nog een publicatie over dubbelblind onderzoek met melatonine bij patiënten met COVID (Fogleman 2022) met min of meer dezelfde gunstige uitkomsten.

Helaas werd bij geen van de deelnemers gemeten hoeveel melatonine ze zelf aanmaakten. Dit is merkwaardig, omdat zo’n meting een uitgelezen kans is om vast te stellen of iedereen gebaat is bij een behandeling met melatonine, of dat dit vooral geldt voor mensen die zelf (te) weinig melatonine aanmaken. Een onderzoek om erachter te komen of een auto na het toevoegen van 10 liter benzine meer kilometers kan afleggen dan een auto waaraan men geen 10 liter benzine extra toevoegt, is immers ook geen goed onderzoek als niet voor het tanken wordt gemeten hoeveel benzine er al in elke tank zit.

Melatonine wordt in de pijnappelklier van de hersenen alleen ’s nachts aangemaakt, en reguleert het slaap-waakcentrum. Pas sinds kort is bekend dat melatonine ook in andere weefselcellen zelfs overdag wordt aangemaakt en ter plekke belangrijke functies vervult. Zo werkt melatonine daar als antioxidant en beschermt het weefselcellen tegen schadelijke invloed van vrije radicalen.

Daarnaast heeft melatonine een dubbele invloed op onze weerstand tegen infectieziekten. Aan de ene kant activeert het de weerstand tegen bacteriën en virussen. Tegelijkertijd voorkomt melatonine dat het immuunsysteem bij een infectieziekte overreageert. Dat laatste gebeurt bij COVID-19. Het coronavirus veroorzaakt zo’n heftige reactie van het immuunsysteem, dat het overmatig veel cytokinen (afweerstoffen) produceert (cytokinenstorm). Hierdoor worden behalve het coronavirus ook de longweefselcellen aangevallen. Dit veroorzaakt een acute longbeschadiging (ALI = acute lung injury) en het acute respiratory distress syndroom (ARDS). Dit zijn de complicaties die leiden tot langdurige opnames op de IC vanwege de noodzakelijke beademing. Het zijn ook de belangrijkste oorzaken van overlijden aan een corona-infectie.

In de dubbelblindstudie van Farnoosh werd ook onderzocht op welke manier het immuunsysteem van de deelnemers reageerde op de behandeling met melatonine. Hierbij werd gedurende de opname in het bloed de hoeveelheid gemeten van allerlei stoffen die met ontstekingen en immuniteit te maken hebben. Een van de belangrijkste bevindingen was dat de hoeveelheid cytokinen bij patiënten die met melatonine waren behandeld duidelijk lager was dan die in de controlegroep.

Er zijn inmiddels ongeveer 200 wetenschappelijke publicaties over de rol van melatonine bij de bescherming tegen COVID-19 en bij de behandeling verschenen. In een systematic review maken Molina-Carballo en collega’s (2022) een analyse van wat op dat moment bekend is over de rol van melatonine bij de afweer tegen infecties en COVID-19 in het bijzonder. Een systematic review is een op gestructureerde wijze uitgevoerd literatuuronderzoek. In een systematic review wordt antwoord gegeven op een centrale vraag door alle relevante onderzoeken inzichtelijk samen te vatten. Een systematic review is daardoor een efficiënte en betrouwbare informatiebron voor artsen, beleidsmakers en onderzoekers.

Ondanks de gunstige resultaten van wetenschappelijk onderzoek met melatonine bestaat er nog veel weerstand tegen het gebruik van melatonine bij de behandeling van COVID-19. Komt dat misschien doordat de meeste mensen, inclusief artsen, denken dat melatonine alleen te maken heeft met slaap? Of is het conservatisme? Nieuwe medicijnen worden doorgaans alleen voorgeschreven als ze in een behandelprotocol zijn opgenomen. En een behandelprotocol vereist nu eenmaal jaren van voorbereiding. Ook zit er op melatonine geen patent. De farmaceutische industrie is daarom niet geïnteresseerd in kostbaar onderzoek met melatonine.

Meer info over melatonine en COVID-19

Meten van je eigen melatoninespiegel

Bronnen:

Lan SH, Lee HZ, Chao CM, Chang SP, Lu LC, Lai CC. Efficacy of melatonin in the treatment of patients with COVID-19: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. J Med Virol. 2022 May;94(5):2102-2107.

Fogleman C, Cohen D, Mercier A, Farrell D, Rutz J, Bresz K, Vernon T. A Pilot of a Randomized Control Trial of Melatonin and Vitamin C for Mild-to-Moderate COVID-19. J Am Board Fam Med. 2022 Jul-Aug;35(4):695-707.

Molina-Carballo A, Palacios-López R, Jerez-Calero A, Augustín-Morales MC, Agil A, Muñoz-Hoyos A, Muñoz-Gallego A. Protective Effect of Melatonin Administration against SARS-CoV-2 Infection: A Systematic Review. Curr Issues Mol Biol. 2021 Dec 22;44(1):31-45.

Peperdure COVID-19-medicijnen niet beter dan melatonine of andere goedkope alternatieven

Melatonine blijkt net zo effectief in de beginfase van COVID-19 als officieel toegelaten medicijnen die meer dan € 1000 per dag kosten. Dat geldt ook voor ivermectine. Dit blijkt uit een meta-analyse die de resultaten van meer dan duizend onderzoeken met meer dan honderd medicijnen voor de behandeling van COVID-19 met elkaar vergeleek.

 

 

 

 

In deze tabel staan de gegevens van de acht effectiefste middelen die in de beginfase van de ziekte gebruikt kunnen worden.

 

Nederlandse richtlijnen voor gebruik van medicijnen tegen COVID-19 bevatten wel peperdure nieuwe medicijnen, maar de véél goedkopere en net zo werkzame alternatieven worden afgeraden (ivermectine) of volledig genegeerd (melatonine). Dit blijkt uit de gegevens van Creative Commons, een Amerikaanse non-profit openbare databank, waarin alle publicaties over onderzoek naar alle werkzame stoffen tegen COVID-19 zijn verzameld. Deze worden verwerkt in zogeheten meta-analyses en gepubliceerd op hun website.

Elk onderzoek waarin een middel tegen COVID-19 wordt ingezet wordt in de meta-analyse van Creative Commons meegenomen. Dus niet alleen onderzoeksresultaten met officieel door de gezondheidsorganisaties geadviseerde en geregistreerde medicijnen, maar ook resultaten van onderzoek naar ‘alternatieve’ of ‘controversiële’ medicijnen. De meta-analyse wordt telkens als er een nieuwe publicatie verschijnt, bijgewerkt. De databank bevat nu meer dan duizend studies met een of meer medicijnen voor de behandeling van COVID-19. Daarbij zitten studies naar het effect van deze medicijnen op ernstig zieke patiënten die in het ziekenhuis zijn opgenomen, maar ook op patiënten met milde klachten.

Medicijnen met vijf of meer publicaties, ongeacht fase van de ziekte

verbetering (%) dagprijs ($) studies patiënten
casirivimab 74 2100 9 35238
ivermectine 67 1 66 49396
bamlanivimab 65 1250 9 19400
melatonine 64 1 11 13517
povidonjodium 60 1 9 2256
antiandrogenen 59 5 6 523
nitazoxanide 55 4 6 1464
molnupiravir 54 700 5 2078
zink 48 1 20 50281
vitamine D 45 1 53 66371
Favipiravir 33 20 18 4231
colchicine 31 1 12 17762
hydroxychloroquine 25 1 298 413756
probiotica 21 5 13 16948
aspirine 20 1 23 80752
Remdesivir 19 3120 24 97505
metformine 14 10 11 25758
vitamine C 11 1 25 30398
convalescent plasma -1 5000 13 14426

Het véél minder effectieve, maar wel peperdure middel Remdesivir staat in de Nederlandse richtlijn bovenaan. In de meta-analyse van Creative Commons staat het als een van de minder effectieve middelen laag in de rij. Opvallend is dat in deze meta-analyse vitamine D zelfs betere resultaten geeft dan Remdesivir en dat Remdesivir niet eens beter lijkt te werken dan aspirine.

De volgende dwingende boodschap staat op de website van Creative Commons:

Treatments do not replace vaccines and other measures. All practical, effective, and safe means should be used. Elimination is a race against viral evolution. No treatment, vaccine, or intervention is 100% available and effective for all variants. Denying efficacy increases the risk of COVID-19 becoming endemic; and increases mortality, morbidity, and collateral damage.

Andere info over melatonine bij COVID-19 op deze website

Waarom melatonine als effectief middel tegen COVID-19 wordt genegeerd

Melatonine blijkt in eerste dubbelblindstudie effectief tegen COVID-19

Zeer gunstig effect van melatonine bij COVID-patiënten op IC

Monografie melatonine bij COVID-19

Wat doet melatonine bij COVID-19?

Melatonine is wél een effectief slaapmiddel!

Ik word erg moe van de negatieve berichten over melatonine die met enige regelmaat in de pers verschijnen. Deze berichten zijn onjuist en scheppen niets dan verwarring. Nu willen de zorgverzekeraars melatonine kennelijk niet vergoeden omdat er geen wetenschappelijk bewijs voor de werking ervan zou zijn.

Al vele jaren baseren ‘officiële instanties’ als de zorgverzekeraars hun mening op selectief uitgezochte publicaties over de werking van melatonine bij slaapproblemen. Dat zijn publicaties die geen significante verbetering van de slaap zien. De vele publicaties die wél een significante verbetering van de slaap zien, worden stelselmatig  genegeerd. Door dit ‘selectief shoppen’ in publicaties worden mensen met slaapproblemen die baat hebben bij melatonine, gedupeerd. Ook worden artsen hierdoor gestimuleerd slaapmiddelen voor te schrijven die weliswaar vergoed worden maar die helaas vervelende bijwerkingen kunnen hebben en bovendien verslavend zijn.

Bij de bewering dat melatonine niet effectief zou zijn bij slapeloosheid, wordt meestal verwezen naar de ‘Standaard slaapproblemen en slaapmiddelen’. Hierin staat: ‘Het voorschrijven van melatonine aan volwassenen met slapeloosheid wordt niet aangeraden, omdat het geen klinisch relevant effect heeft.’ Het ‘bewijs’ hiervoor komt uit een drietal publicaties uit 2005 en 2006, die meteen na verschijning onder kritiek bedolven werden. Het gaat hier om een drietal zogeheten meta-analyses van eerder gepubliceerde dubbelblindonderzoeken. Hierbij worden, simpel gezegd, de uitkomsten van deze dubbelblindonderzoeken bij elkaar opgeteld opdat ook onderzoeken met weinig deelnemers kunnen meetellen. Uit de publicaties komt dan een ‘gemiddelde’ van alle onderzoeken als eindresultaat.

Als we ons beperken tot het verkorten van de inslaapduur, dan is de gemiddelde verkorting van de inslaapduur bij Brzezinski (2005) gemiddeld 4,0 minuten (spreiding 5,4 – 2,5 minuten), bij Buscemi (2005) gemiddeld 11,7 minuten (18,2 – 5,2 minuten) en bij Buscemi (2006) gemiddeld 13,2 minuten (27,3 – 0,9 minuten). Dit resultaat lijkt niet groot, maar bij Buscemi (11,7 en 13,2 minuten kortere inslaaptijd) toch voldoende om te spreken van een redelijk effect. Als je echter kijkt naar de studies die ze hebben gebruikt voor deze meta-analyses, vallen enkele zaken op.

Bij Buscemi (2005) zijn van de zes studies (van totaal veertien) die het zwaarste meetellen in de analyse van het effect van melatonine op de inslaaplatentie, er vijf die eigenlijk ten onrechte in de meta-analyse zijn opgenomen, bijvoorbeeld omdat de deelnemers doorslaapproblemen hadden, geen inslaapproblemen. Logisch dat deze deelnemers de slechtste score hadden op de inslaaplatentie.

Bij Brzezinski (2005) zijn publicaties opgenomen van onderzoek met melatonine bij mensen die helemaal geen slaapprobleem hadden. Ook waren publicaties meegenomen waarbij melatonine overdag gegeven werd om het effect op in slaap vallen te meten, of moesten de deelnemers de nacht in een slaaplaboratorium doorbrengen.

Bij Brzezinski (2006) zijn onderzoeken opgenomen van mensen met diverse ziekten (dementie, depressie, schizofrenie) en mensen met een verstandelijke beperking. Resultaten hiervan zijn niet zomaar te gebruiken bij het beoordelen van de werkzaamheid van melatonine bij de ‘normale’ bevolking.

Een ander groot bezwaar is dat bij dit soort onderzoeken melatonine aan iedereen volgens een vast protocol werd gegeven en dat er tussen de verschillende onderzoeken bij deze meta-analyses enorme verschillen bestonden:

  • de dosis varieerde van 1 tot 6 mg;
  • in het ene onderzoek werd ‘gewone’ fast release melatonine gebruikt en in het andere werd slow release melatonine gegeven;
  • de tijdstippen van inname waren per onderzoek vooraf vastgesteld, maar wisselden sterk tussen de diverse publicaties die gebruikt werden (van 2 uur voor het naar bed gaan tot bij het in bed stappen);
  • de duur van het melatoninegebruik vertoonde grote verschillen tussen de diverse onderzoeken die gebruikt werden (van 1 week tot 12 maanden);
  • de helft van de onderzoeken volgde een zogeheten cross-overprotocol (eerst placebo, daarna melatonine of eerst melatonine en daarna placebo). Omdat de verbetering van de slaap na stoppen met melatonine nog dagenlang aanhoudt, zal de helft van de deelnemers (die eerst melatonine en daarna placebo kregen) tijdens de  placebobehandeling ogenschijnlijk beter slapen.

Door uitkomsten van onderzoeken die onderling zoveel van elkaar verschillen bij elkaar op te tellen, is het niet mogelijk conclusies te trekken over de werkzaamheid van melatonine. Daarbij komt dat alle deelnemers aan hetzelfde protocol werden onderworpen. De kans is dus groot dat een aantal mensen een verkeerde dosis kreeg en dat ze die dosis op een voor hen verkeerd moment moesten innemen. Het positieve effect op de slaap zal dus groter zijn dan de 11,7 en 13,2 minuten kortere inslaaptijd uit de meta-analyses als melatonine op de juiste manier gebruikt wordt.

Een groot bezwaar is verder dat bijna elk onderzoek verzuimde de melatoninespiegel te meten. Er waren dus ook deelnemers die een normale hoeveelheid melatonine aanmaakten, maar om een heel andere reden problemen hadden met in slaap vallen. Het is niet verbazingwekkend dat melatonine dan niet werkt.

Een simpel voorbeeld: als je wilt weten of een auto in vergelijking met een identieke andere auto verder rijdt, en je gooit bij beide de benzinetank vol zonder vooraf te kijken of de tank van een van beide misschien bijna leeg was, zul je inderdaad geen verschil in afgelegde rijafstand zien. Maar heb je dan wetenschappelijk bewezen dat jouw auto geen benzine nodig heeft?

Behandelen van slaapproblemen is maatwerk, waarbij aan de hand van de kenmerken van het individuele slaapprobleem en de gewenste verbetering van de slaap (tijdstippen van naar bed gaan en opstaan) een behandelplan wordt opgesteld. Gebruik van melatonine kan daar onderdeel van zijn, maar denk eerst aan slaaphygiëneadviezen.

Een recente meta-analyse (Auld 2017) concludeert: ‘Results from the meta-analyses showed the most convincing evidence for exogenous melatonin use was in reducing sleep onset latency in primary insomnia, delayed sleep phase syndrome and regulating the sleep-wake patterns in blind patients compared with placebo.’

(Resultaten van de meta-analyses toonden aan dat het meest overtuigende bewijs voor het gebruik van exogeen melatonine lag in het effect op het verkorten van de inslaaptijd bij primaire slapeloosheid, het vertraagde slaapfasesyndroom en het reguleren van de slaap-waakpatronen bij blinde patiënten in vergelijking met placebo.)

De actueelste meta-analyse (Wei 2020) van studies bij kinderen en pubers tot achttien jaar concludeert: ‘Melatonin was an effective and tolerable drug in the short-term treatment of sleep onset insomnia in children and adolescents.’

(Melatonine was een effectief en goed verdraagbaar medicijn bij de kortdurende behandeling van inslaapproblemen bij kinderen en pubers.)

Kortom, ontkennen dat melatonine een slaapmiddel is, is onjuist en wordt niet door feiten ondersteund. Er zijn tientallen publicaties waarin het gunstige effect van melatonine op slaap wel degelijk is aangetoond.

Bronnen:

Auld F, Maschauer EL, Morrison I, Skene DJ, Riha RL. Evidence for the efficacy of melatonin in the treatment of primary adult sleep disorders. Sleep Med Rev. 2017 Aug;34:10-22. doi: 10.1016/j.smrv.2016.06.005. Epub 2016 Jul 20.

Brzezinski A, Vangel MG, Wurtman RJ, Norrie G, Zhdanova I, Ben-Shushan A, Ford I. Effects of exogenous melatonin on sleep: a meta-analysis. Sleep Med Rev. 2005 Feb;9(1):41-50.

Buscemi N, Vandermeer B, Hooton N, Pandya R, Tjosvold L, Hartling L, Baker G, Klassen TP, Vohra S. The efficacy and safety of exogenous melatonin for primary sleep disorders. A meta-analysis. J Gen Intern Med. 2005 Dec;20(12):1151-8.

Buscemi N, Vandermeer B, Hooton N, Pandya R, Tjosvold L, Hartling L, Vohra S, Klassen TP, Baker G. Efficacy and safety of exogenous melatonin for secondary sleep disorders and sleep disorders accompanying sleep restriction: meta-analysis. BMJ. 2006 Feb 18;332(7538):385-93. Epub 2006 Feb 10.

Wei S, Smits MG, Tang X, et al. Efficacy and safety of melatonin for sleep onset insomnia in children and adolescents: a meta-analysis of randomized controlled trials. Sleep Med. 2020;68:1-8. doi:10.1016/j.sleep.2019.02.017.